Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Moeten we iconen gebruiken bij onze aanbidding?

Moeten we iconen gebruiken bij onze aanbidding?

De zienswijze van de bijbel

Moeten we iconen gebruiken bij onze aanbidding?

ELK jaar vindt er op 15 augustus op het Griekse eiland Ténos een religieuze viering plaats. Duizenden mensen komen samen om Maria, de moeder van Jezus, en haar icoon, die naar men aanneemt wonderbaarlijke krachten bezit, te vereren. * Een Grieks-orthodox naslagwerk verklaart: „Met een diep geloof en bijzondere toewijding eren we de Allerheiligste Theotokos, de Moeder van onze Heer, en vragen we haar om bescherming, snelle beschutting en hulp. We zoeken onze toevlucht bij de wonderdoende Heiligen — Heilige mannen en vrouwen — voor onze geestelijke en lichamelijke behoeften . . . Met diepe devotie kussen en vereren we hun heilige relikwieën en gewijde iconen.”

Veel andere belijdende christenen behoren tot denominaties die zich met soortgelijke daden van aanbidding bezighouden. Maar wordt het gebruik van iconen bij de aanbidding door bijbelse leringen ondersteund?

De vroege christenen

Sta eens stil bij wat er rond het jaar 50 G.T. gebeurde, toen de apostel Paulus Athene bezocht, een stad waarin veel nadruk werd gelegd op het gebruik van beelden bij de aanbidding. Paulus legde de Atheners uit dat God ’niet in door handen gemaakte tempels woont en ook niet door mensenhanden wordt verzorgd, alsof hij iets nodig had. Daarom moeten wij niet menen dat het Goddelijk Wezen op goud of zilver of steen gelijkt, op iets wat door menselijke kunstvaardigheid en menselijk vernuft is gebeeldhouwd.’ Handelingen 17:24, 25, 29.

Eigenlijk komen zulke waarschuwingen ten aanzien van afgoden veel voor in de christelijke Griekse Geschriften, ook wel het Nieuwe Testament genoemd. De apostel Johannes gaf christenen bijvoorbeeld de vermaning: „Hoedt u voor de afgoden” (1 Johannes 5:21). Paulus schreef aan de Korinthiërs: „Welke overeenkomst heeft Gods tempel met afgoden?” (2 Korinthiërs 6:16) Veel vroege christenen hadden voorheen religieuze beelden bij hun aanbidding gebruikt. Paulus herinnerde de christenen in Thessalonika hieraan toen hij schreef: ’Gij hebt u van uw afgoden tot God gekeerd om een levende en ware God als slaven te dienen’ (1 Thessalonicenzen 1:9). Het is duidelijk dat die christenen net zo over iconen zouden hebben gedacht.

’Christenen’ gaan iconen gebruiken

De Encyclopædia Britannica zegt dat er „tijdens de eerste drie eeuwen van de christelijke Kerk . . . geen christelijke kunst bestond, en de Kerk verzette zich er gewoonlijk uit alle macht tegen. Clemens van Alexandrië bijvoorbeeld veroordeelde religieuze (heidense) kunst omdat het mensen ertoe aanmoedigde het geschapene te aanbidden in plaats van de Schepper.”

Hoe is het gebruik van iconen dan zo populair geworden? De Britannica vervolgt: „Rond het midden van de derde eeuw begon in de christelijke Kerk schilderkunst in zwang te raken en aanvaard te worden, maar niet zonder felle tegenstand in enkele gemeenten. Pas toen de christelijke Kerk in het begin van de vierde eeuw onder keizer Constantijn de Romeinse staatskerk werd, werden er afbeeldingen in de kerken gebruikt, en die afbeeldingen begonnen vervolgens ingeburgerd te raken in het religieuze leven van de christenen.”

Voor de vele heidenen die zich nu christenen gingen noemen, was het heel normaal om beeltenissen van de keizer te aanbidden. „In samenhang met de keizercultus”, legt John Taylor in zijn boek Icon Painting uit, „aanbaden mensen zijn portret dat op linnen of hout was geschilderd, en vandaar was het slechts een kleine stap naar de verering van iconen.” Zo werd de heidense aanbidding van afbeeldingen vervangen door de verering van afbeeldingen van Jezus, Maria, engelen en ’heiligen’. Deze afbeeldingen, die aanvankelijk in de kerken werden gebruikt, vonden langzamerhand hun weg naar de huizen van miljoenen mensen, waar ze eveneens werden vereerd.

„Met geest en waarheid” aanbidden

Jezus zei tegen zijn luisteraars dat Gods dienstknechten „met geest en waarheid” moeten aanbidden (Johannes 4:24). Als een oprecht persoon de waarheid over het gebruik van iconen bij de aanbidding te weten wil komen, moet hij dus Gods Woord raadplegen om inzicht in dit onderwerp te krijgen.

Zo bevat de bijbel Jezus’ uitspraak: „Ik ben de weg en de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door bemiddeling van mij” (Johannes 14:6). Paulus verklaarde dat ’er één God is en één middelaar tussen God en mensen, een mens, Christus Jezus,’ en dat ’Christus voor ons pleit’ (1 Timotheüs 2:5; Romeinen 8:34). Dit krijgt nog meer betekenis als we lezen dat Christus in staat is „degenen die door bemiddeling van hem tot God naderen, volledig te redden, daar hij altijd leeft om voor hen te pleiten” (Hebreeën 7:25). We moeten tot God naderen in de naam van Jezus Christus. Niemand anders, en zeker geen levenloze icoon, kan hem vervangen. Een dergelijke kennis uit Gods Woord kan iedereen die op zoek is naar de waarheid helpen de manier te vinden om „de Vader met geest en waarheid” te aanbidden, en de zegeningen van deze verheven vorm van aanbidding te ervaren. Sterker nog, Jezus zei: „De Vader zoekt zulke mensen om hem te aanbidden.” — Johannes 4:23.

[Voetnoot]

^ ¶3 Een religieuze icoon is gewoonlijk een afbeelding of symbool waaraan leden van een bepaalde religie verering schenken. In de Oosters-Orthodoxe Kerk bijvoorbeeld zijn sommige iconen voorstellingen van Christus; andere stellen de Drie-eenheid, ’heiligen’, engelen of, zoals in het bovengenoemde geval, Maria, de moeder van Jezus, voor. Miljoenen mensen hebben een eerbied voor iconen die te vergelijken is met de manier waarop velen beelden bij hun aanbidding gebruiken. Bepaalde religies die niet beweren christelijk te zijn, hebben soortgelijke geloofsopvattingen en gevoelens met betrekking tot beelden en afbeeldingen van hun goden.

[Illustratieverantwoording op blz. 20]

Boris Subacic/AFP/Getty Images