Seth * zegt: ‘Mijn vrouw en ik raakten tegelijkertijd onze baan kwijt. Twee jaar lang moesten we rondkomen van wat we van onze familie kregen en wat we verdienden met wat losse klusjes. Daardoor werd mijn vrouw Priscilla depressief, en ik voelde me waardeloos.

Hoe gingen we ermee om? Priscilla dacht steeds aan de woorden in Mattheüs 6:34, waar Jezus zegt dat we ons geen zorgen moeten maken om morgen, omdat elke dag zijn eigen zorgen heeft. En haar oprechte gebeden gaven haar de kracht om door te gaan. Persoonlijk had ik veel aan Psalm 55:22. Net als de psalmist wierp ik mijn last op Jehovah, en ik merkte dat hij me echt steunde. Ik heb nu weer werk, maar we houden ons leven eenvoudig, zoals Jezus ons in Mattheüs 6:20-22 adviseert. Bovendien is onze band met God en met elkaar nu nog hechter.’

Jonathan zegt: ‘Toen ons familiebedrijf failliet ging, begon ik me zorgen te maken over de toekomst. Door de economische crisis was 20 jaar hard werk niets meer waard. Mijn vrouw en ik begonnen ruzie te maken over geld. We kochten niet eens meer iets met onze creditcard, omdat we bang waren dat die geblokkeerd zou worden.

Gods Woord en zijn heilige geest hebben ons geholpen goede beslissingen te nemen. Ik leerde niet kieskeurig te zijn bij het aannemen van werk en we deden geen onnodige uitgaven meer. Ook kregen we als Getuigen van Jehovah steun van medegelovigen. Ze gaven ons zelfvertrouwen een boost en hielpen ons toen we het heel erg moeilijk hadden.’

Raquel zegt: ‘Toen mijn man me plotseling verliet, voelde ik me gekwetst en was ik heel boos. Ik werd overmand door verdriet. Maar ik zocht steun bij God, en hij troostte me. De vrede van God beschermde me toen ik dagelijks tot hem bad. Het voelde alsof hij mijn gebroken hart heelde.

En dankzij de Bijbel overwon ik mijn wrokgevoelens. Ik nam de woorden van Paulus in Romeinen 12:21 ter harte: “Laat u niet overwinnen door het kwade, maar blijf het kwade overwinnen met het goede.”

Een goede vriend hielp me inzien dat ik me eroverheen moest zetten. Hij liet me Prediker 3:6 zien en zei vriendelijk dat het op een gegeven moment tijd is om “iets als verloren op te geven”. Dat was moeilijk om te horen, maar het was wel wat ik nodig had. Ik heb nu nieuwe doelen in mijn leven.’

Elizabeth zegt: ‘Als je uit elkaar gaat, heb je steun nodig. Een goede vriendin gaf me die steun elke dag. Ze huilde met me mee en troostte me. Door haar voelde ik me geliefd in plaats van afgewezen. Ik ben ervan overtuigd dat Jehovah haar heeft gebruikt om mijn emotionele wonden te helen.’

Luis heeft een ernstige hartaandoening, en twee keer ging hij bijna dood. Hij moet nu 16 uur per dag aan de zuurstof. Hij zegt: ‘Ik bid heel vaak tot Jehovah. En na het bidden voel ik dat Gods geest me kracht geeft. Door te bidden wordt mijn geloof sterker en besef ik dat hij om me geeft. Dat geeft me de moed om door te gaan.’

Petra, die in de 80 is, zegt: ‘Ik wil heel veel doen, maar het gaat gewoon niet meer. Ik vind het moeilijk te aanvaarden dat ik zo snel achteruitga. Mijn lichaam is op, en ik ben afhankelijk van medicijnen. Ik denk vaak aan hoe Jezus zijn Vader vroeg om, indien mogelijk, een zekere beproeving aan hem voorbij te laten gaan. Maar Jehovah gaf Jezus kracht, en mij ook. Bidden is mijn dagelijkse therapie. Ik voel me veel beter nadat ik met God heb gepraat’ (Mattheüs 26:39).

 Julian, die al bijna 30 jaar tegen multiple sclerose vecht, denkt er net zo over. Hij zegt: ‘Ik heb mijn directeursstoel omgeruild voor een rolstoel. Maar mijn leven heeft zin, omdat ik het gebruik om anderen te helpen. Geven kan je lijden verlichten. En Jehovah houdt zich aan zijn belofte om ons in moeilijke tijden te sterken. Net als Paulus kan ik zeggen: “Voor alle dingen bezit ik de sterkte door hem die mij kracht verleent”’ (Filippenzen 4:13).

Antonio zegt: ‘Toen mijn vader omkwam bij een verkeersongeluk, kon ik het in eerste instantie niet geloven. Het leek zo oneerlijk — hij was gewoon een onschuldige voetganger. Maar ik kon er niets aan veranderen. Na vijf dagen in coma gelegen te hebben, stierf hij. Ik hield me groot als mijn moeder erbij was, maar als ik alleen was, brak ik. Ik vroeg me continu af: Waarom? Waarom?

In die vreselijke periode bleef ik Jehovah vragen om me te helpen mijn emoties onder controle te houden en me rust te geven. Ik voelde geleidelijk dat ik kalmer werd. Ik herinnerde me dat de Bijbel uitlegt dat “onverwachte gebeurtenissen” iedereen kunnen overkomen. Omdat God niet kan liegen, weet ik dat ik mijn vader terug zal zien in de opstanding’ (Prediker 9:11; Johannes 11:25; Titus 1:2).

De eerder genoemde Robert ziet het ook zo. Hij zegt: ‘Mijn vrouw en ik hebben de rust ervaren waar in Filippenzen 4:6, 7 over wordt gesproken. Die innerlijke rust kregen we door tot Jehovah te bidden. Daardoor konden we verslaggevers vertellen over de hoop op de opstanding. Onze zoon kwam om bij het vliegtuigongeluk, maar we hebben nog steeds veel mooie herinneringen aan onze tijd samen. We proberen ons daarop te concentreren.

Toen andere Getuigen ons vertelden dat ze hadden gezien hoe rustig we op tv over ons geloof spraken, zeiden we tegen ze dat we dat te danken hadden aan iedereen die voor ons had gebeden. De ontelbare troostende berichtjes die we kregen, waren voor mij echt een bewijs van Jehovah’s steun.’

Zoals we hiervoor hebben gezien, biedt Jehovah troost bij allerlei problemen en uitdagingen. Hoe zit het met u? Wat voor problemen u ook meemaakt, u kunt de troost krijgen die u nodig hebt om door te gaan. * Dus waarom vraagt u Jehovah niet om hulp? Hij is ‘de God van alle vertroosting’ (2 Korinthiërs 1:3).