SOMMIGEN zeggen dat het verkeerd is God vragen te stellen. Ze vinden het misschien respectloos om te vragen waarom God bepaalde dingen wel of niet toelaat. Denkt u daar ook zo over?

Dan zal het u misschien verbazen dat veel goede mensen dat toch hebben gedaan. Kijk eens naar een paar voorbeelden:

De gelovige Job: „Waarom blijven juist de goddelozen in leven, zijn zij oud geworden, ja, superieur geworden in vermogen?” — Job 21:7.

De trouwe profeet Habakuk: „Waarom ziet gij hen aan die verraderlijk handelen, blijft gij zwijgen wanneer een goddeloze iemand verzwelgt die rechtvaardiger is dan hij?” — Habakuk 1:13.

Jezus Christus: „Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?” — Mattheüs 27:46.

Uit de context van deze Bijbelverzen blijkt nergens dat Jehovah * beledigd was toen hem zulke oprechte vragen werden gesteld. En dat hoeft ons ook niet te verbazen. God vindt het bijvoorbeeld niet erg als we hem vragen ons de basisbehoeften te geven die we nodig hebben om gezond te blijven. Dat doet hij graag (Mattheüs 6:11, 33). Zo geeft hij ons ook graag informatie die we nodig hebben om mentaal en emotioneel gezond te blijven (Filippenzen 4:6, 7). Jezus zei zelfs tegen zijn volgelingen: „Blijft vragen, en het zal u gegeven worden” (Mattheüs 7:7). De context van Jezus’ belofte laat zien dat hij het niet alleen had over materiële dingen, maar ook over antwoorden op belangrijke vragen.

Welke van de volgende vragen zou u, als dat kon, aan God willen stellen?

• Heeft mijn leven een doel?

• Wat gebeurt er als ik doodga?

• Waarom moet ik zo veel ellende meemaken?

U kunt de antwoorden die God geeft, vinden in zijn Woord, de Bijbel, want „de gehele Schrift is door God geïnspireerd” (2 Timotheüs 3:16). Lees in de volgende artikelen waarom sommigen met de bovenstaande vragen zaten en welke antwoorden de Bijbel geeft.