Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

 DE BIJBEL VERANDERT LEVENS

’Ik droomde ervan priester te worden’

’Ik droomde ervan priester te worden’
  • GEBOORTEJAAR: 1957

  • LAND VAN HERKOMST: MEXICO

  • VOORGESCHIEDENIS: STUDENT AAN EEN SEMINARIE; AGRESSIEF

MIJN VERLEDEN:

Ik ben geboren in het stadje Texcoco. De meeste straten waren onverhard en stoffig. Je zag er vaak mensen uit naburige dorpjes die met zwaarbeladen ezels naar de stad kwamen om iets te verkopen. Ons gezin was heel arm, en ik was de zevende van negen kinderen. Mijn vader repareerde guaraches (sandalen) om in ons onderhoud te voorzien. Maar hij stierf toen ik zeven was. Daarna kostte het mijn moeder veel moeite om ons gezin te eten te geven.

Mijn opa speelde viool en was dirigent van een orkest dat gespecialiseerd was in klassieke religieuze muziek. Bijna iedereen in mijn familie speelde een instrument. Mijn moeder zong in het kerkkoor, en mijn oom was operazanger en pianist. We waren godsdienstig: ik was misdienaar en wilde heel graag missionaris worden. Maar ik hield ook van karatefilms. Hoe meer ik naar die films keek, hoe agressiever ik werd.

Ik ging in Puebla naar een soort seminarie. Mijn doel was priester te worden. Maar in mijn laatste jaar raakte ik teleurgesteld in de katholieke kerk. Een jonge non probeerde me te versieren. Ik kon de verleiding weerstaan maar kreeg door dit voorval wel het verlangen om te trouwen. Daarbij kwam nog dat ik merkte dat een aantal priesters leefden op een manier die niet klopte met wat de kerk voorschreef. Ten slotte wilde ik geen priester meer worden.

Ik was misdienaar en wilde heel graag missionaris worden. Maar ik hield ook van karatefilms, en daar werd ik agressief van

Ik besloot muziek te gaan studeren aan het conservatorium in Mexico-Stad. Na mijn studie trouwde ik, en we  kregen kort na elkaar vier kinderen. Ik verdiende mijn geld als zanger in het kerkkoor.

Ons huwelijk liep al vanaf het begin niet goed. Mijn vrouw en ik waren agressief tegen elkaar, grotendeels uit jaloezie. Behalve scheldwoorden gebruikten we ook fysiek geweld. Na dertien jaar besloten we uit elkaar te gaan en later zijn we gescheiden.

DE BIJBEL VERANDERT MIJN LEVEN:

Ik kwam voor het eerst met Jehovah’s Getuigen in contact voordat mijn vrouw en ik uit elkaar gingen. Er kwamen twee Getuigen aan de deur die met me over de Bijbel wilden praten. Ik dacht dat ik veel over geloof wist, dus wilde ik bewijzen dat ze ongelijk hadden. Ik stelde moeilijke vragen waarvan ik dacht dat er geen antwoord op was. Tot mijn verbazing konden ze me elke keer goede antwoorden uit de Bijbel geven. Ik begon in te zien hoe weinig ik eigenlijk wist. Maar omdat mijn vrouw erg grof tegen de Getuigen was en ik het erg druk had, kwam er een eind aan die gesprekken.

Vijf jaar later kwam ik opnieuw in contact met Jehovah’s Getuigen. Ik woonde toen samen met een andere vrouw, Elvira. Zij was niet tegen de Getuigen, dus was het makkelijker om geregeld de Bijbel te bestuderen. Toch kostte het me nog jaren om mezelf los te maken van mijn verleden.

Ik besefte dat als ik Jehovah volledig wilde dienen, ik grote veranderingen in mijn leven zou moeten aanbrengen. Ik moest bijvoorbeeld mijn baan in het kerkkoor opgeven, wat betekende dat ik ander werk moest zoeken (Openbaring 18:4). Ook begreep ik dat we in plaats van samen te wonen, moesten trouwen.

Maar een van de moeilijkste dingen was dat ik zelfbeheersing moest leren. Er waren twee Bijbelverzen waar ik veel aan heb gehad: Psalm 11:5, waar staat dat Jehovah geweld haat, en 1 Petrus 3:7, waaruit ik leerde dat als ik wil dat Jehovah mijn gebeden verhoort, ik mijn vrouw met respect moet behandelen. Nadenken over die verzen en bidden om Jehovah’s hulp hebben me uiteindelijk geholpen mijn woede onder controle te houden.

Uit de Bijbel leerde ik dat als ik wil dat Jehovah mijn gebeden verhoort, ik mijn vrouw met respect moet behandelen

DE VOORDELEN:

Ik heb nu een gelukkig gezin. Ik doe moeite om de band met mijn kinderen uit mijn eerste huwelijk te verbeteren en probeer Elvira en onze kinderen te helpen sterk in het geloof te blijven.

Als kind droomde ik ervan priester te worden en mensen te helpen. Maar nu pas heb ik het gevoel dat mijn leven echt zin heeft. Ik werk inmiddels als muziekleraar. Ik ben heel dankbaar dat Jehovah geduld met me heeft gehad en me de kans heeft gegeven om te veranderen en een beter mens te worden!