Doorgaan naar inhoud

Wat zegt de Bijbel over vriendschappen?

Wat zegt de Bijbel over vriendschappen?

Het antwoord uit de Bijbel

 Vriendschappen kunnen bijdragen tot een gelukkig en zinvol leven. Goede vrienden hebben een positieve invloed op elkaar en brengen het beste in elkaar naar boven (Spreuken 27:17).

 Maar de Bijbel laat zien dat het belangrijk is selectief te zijn bij je keuze van vrienden. Daarnaast waarschuwt de Bijbel voor de gevolgen van omgang met verkeerde vrienden (Spreuken 13:20; 1 Korinthiërs 15:33). Zulke vrienden kunnen een negatieve invloed hebben op je persoonlijkheid en op de beslissingen die je neemt.

Inhoud

 Wat is een echte vriend?

 De Bijbel laat zien dat echte vriendschap een betere basis nodig heeft dan alleen gedeelde interesses en hobby’s. In Psalm 119:63 staat bijvoorbeeld: ‘Ik ben een vriend van allen die ontzag voor u hebben, van allen die uw bevelen opvolgen.’ a Degene die dat schreef, koos dus vrienden uit die ontzag voor God hadden en graag naar zijn normen wilden leven.

 De Bijbel wijst ook op de kwaliteiten die een goede vriend moet hebben. Bijvoorbeeld:

  •   ‘Een echte vriend blijft altijd liefde tonen en is een broeder geboren voor tijden van nood’ (Spreuken 17:17).

  •   ‘Er zijn vrienden die elkaar kapot kunnen maken, maar er bestaat een vriend die trouwer is dan een broer’ (Spreuken 18:24).

 Zoals die teksten laten zien, is een goede vriend trouw, zorgzaam, vriendelijk en vrijgevig. Een echte vriend is er altijd voor je, in goede tijden en in slechte tijden. Zo’n vriend durft er iets van te zeggen als je op het punt staat iets stoms te doen of een slechte beslissing te nemen (Spreuken 27:6, 9).

 Zijn er voorbeelden van goede vriendschappen in de Bijbel?

 In de Bijbel staan voorbeelden van mooie vriendschappen tussen mensen van verschillende leeftijden, achtergronden, culturen en maatschappelijke posities. Hier zijn drie voorbeelden.

  •  Ruth en Naomi. Ruth was Naomi’s schoondochter. Er was waarschijnlijk een behoorlijk leeftijdsverschil tussen hen. Daarnaast kwamen ze uit verschillende culturen. Ondanks de verschillen bouwden ze een heel hechte vriendschap op (Ruth 1:16).

  •  David en Jonathan. Jonathan was kennelijk 30 jaar ouder dan David. Toch ‘ontstond er een hechte vriendschap’ tussen de twee, zoals de Bijbel zegt (1 Samuël 18:1).

  •  Jezus en zijn apostelen. Jezus was de leraar en meester van de apostelen en had dus een hogere positie dan zij (Johannes 13:13). Toch vond hij het niet beneden zijn waardigheid om met ze bevriend te zijn. Hij had juist een hechte band met zijn volgelingen. Hij zei: ‘Ik noem jullie vrienden, want ik heb jullie alles verteld wat ik van mijn Vader heb gehoord’ (Johannes 15:14, 15).

 Kun je een vriend van God zijn?

 Ja, mensen kunnen vrienden van God zijn. In de Bijbel staat: ‘Hij is een goede vriend van de oprechten’ (Spreuken 3:32). God bouwt dus vriendschap op met mensen die hun best doen om fatsoenlijk en eerlijk te zijn en naar zijn normen van goed en kwaad te leven. Zo wordt de trouwe Abraham in de Bijbel specifiek Gods vriend genoemd (2 Kronieken 20:7; Jesaja 41:8; Jakobus 2:23).

a Uit de context van deze psalm blijkt dat ‘u’ in dit vers op God duidt.