Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

INDONESIË

In de wolken met het bijkantoor

In de wolken met het bijkantoor

Kantoren op de 31ste verdieping

In 2008 bereikte Indonesië een hoogtepunt van 21.699 verkondigers. Door de toename in het werk was het bijkantoorgebouw te klein geworden. En omdat het tijdens het verbod gebouwd was, lag het gebouw erg afgelegen. Er was duidelijk behoefte aan een groter bijkantoor, dichter bij Jakarta.

Ongeveer twee jaar later vonden de broeders de locatie voor het nieuwe bijkantoor: de volledige 31ste verdieping van een hypermoderne kantoortoren van 42 verdiepingen, centraal gelegen in Jakarta. Wat een verschil met het vorige bijkantoor! Vervolgens kochten de broeders 12 verdiepingen van een appartementencomplex om de ruim 80 Bethelieten te huisvesten. Ook schaften ze een gebouw van vijf verdiepingen aan voor alle dienstverlenende afdelingen.

Het woongedeelte van het bijkantoor is over 12 verdiepingen verspreid

Een team van bouwdienaren uit verschillende landen werkte samen met plaatselijke aannemers om de kantoren en flats te verbouwen. De bouwopziener, Darren Berg, zegt: ‘Jehovah loodste ons vaak door problemen heen waar we zelf niet uitkwamen. Toen we bijvoorbeeld een ultramoderne rioolwaterzuiveringsinstallatie wilden plaatsen, keurde de overheid onze plannen af omdat ze onbekend waren met de technologie. Een plaatselijke broeder die ingenieur is, legde onze plannen voor aan een hooggeplaatste ambtenaar. Die keurde ons verzoek onmiddellijk goed. Hij zei dat hij het volste vertrouwen had in de aanbeveling van de broeder.’

‘We verstoppen ons niet langer. Jehovah’s Getuigen worden nu door iedereen opgemerkt. Het is duidelijk: we gaan hier niet meer weg’

Op 14 februari 2015 werd het nieuwe bijkantoor ingewijd. Anthony Morris, lid van het Besturende Lichaam, hield de inwijdingslezing. Vincent Witanto Ipikkusuma, lid van het bijkantoorcomité, vertelt: ‘Ons bijkantoor bevindt zich nu in een vooraanstaande buurt tussen de meest toonaangevende bedrijven van Indonesië. We verstoppen ons niet langer. Jehovah’s Getuigen worden nu door iedereen opgemerkt. Het is duidelijk: we gaan hier niet meer weg.’

Het bijkantoorcomité. Van links naar rechts: Budi Sentosa Lim, Vincent Witanto Ipikkusuma, Lothar Mihank, Hideyuki Motoi

‘Prediken is hier een feest!’

De laatste jaren zijn steeds meer broeders en zusters van over de hele wereld naar Indonesië verhuisd. Lothar Mihank legt uit: ‘Need-greaters spelen een belangrijke rol in dit soort landen. Hun ervaring, rijpe geestelijke instelling en enthousiasme hebben een goede invloed op de gemeenten. De need-greaters helpen de broeders en zusters meer waardering te krijgen voor de wereldwijde broederschap.’ Wat motiveerde ze om die stap te zetten? Hoe gaat het nu met ze? Kijk eens wat ze te vertellen hebben.

Need-greaters

1. Janine en Dan Moore

2. Mandy en Stuart Williams

3. Casey en Jason Gibbs

4. Mari (vooraan rechts) en Takahiro Akiyama (achteraan rechts)

Jason en Casey Gibbs uit de Verenigde Staten vertellen: ‘We hadden in het Jaarboek gezien dat er naar verhouding heel weinig verkondigers in Indonesië zijn. Vrienden die need-greaters waren, vertelden ons dat er in Indonesië nog veel mogelijkheid voor groei was. We telefoneerden naar het bijkantoor van Indonesië, en de broeders stuurden ons naar Bali. Daar was het Engelse veld net opgestart, dus we konden meteen volop aan de slag. We hadden gepland om één jaar te blijven, maar dat zijn er drie geworden. De meeste mensen die we aanspreken hebben nog nooit over Jehovah’s Getuigen gehoord. De velddienst geeft ons echt veel voldoening!’

Stuart en Mandy Williams, een echtpaar van middelbare leeftijd uit Australië, zeggen: ‘We wilden mensen ontmoeten die naar de waarheid verlangen, dus we besloten naar Indonesië te verhuizen. In Malang (Oost-Java) hebben we honderden Engelssprekende universiteitsstudenten ontmoet die heel enthousiast op het goede nieuws reageren. En ze vinden onze website geweldig! De prediking is hier fantastisch.’

Takahiro en Mari Akiyama, die in Yogyakarta (Java) pionieren, vertellen: ‘We voelen ons hier veiliger dan in Japan. De mensen zijn vriendelijk en beleefd. Velen, en dan vooral jongeren, zijn nieuwsgierig naar andere religies. Een keer tijdens openbaar getuigenis verspreidden we in vijf uur ongeveer 2600 tijdschriften.’

Dan en Janine Moore, een echtpaar van eind 50, leggen uit: ‘Als we gaan prediken, komen de mensen om ons heen staan. We glimlachen naar hen en zij glimlachen terug. Eerst zijn ze nieuwsgierig, dan krijgen ze interesse en uiteindelijk worden ze heel enthousiast. Als we hun iets uit de Bijbel laten zien, vragen sommigen of ze het mogen opschrijven. Ze staan verbaasd van de wijsheid in de Bijbel. We zijn hier nu een jaar en we vinden het jammer dat we hier niet eerder naartoe zijn gekomen. We waren op zoek naar onontgonnen predikingsgebied, en dat hebben we gevonden!’

Misja en Kristina Beerens gingen in 2009 als zendeling naar Indonesië en zijn nu in de reizende dienst. Ze vertellen: ‘Zelfs op Madura (Oost-Java), een van de meest conservatieve moslimgebieden in Indonesië, is de reactie op onze prediking geweldig. Mensen stoppen zelfs hun auto omdat ze tijdschriften van ons willen. Ze zeggen: “Ik ben moslim, maar ik lees deze tijdschriften heel graag. Kan ik wat extra exemplaren voor mijn vrienden krijgen?” Prediken is hier een feest!’

Wit om geoogst te worden

Toen Frank Rice in 1931 in Jakarta arriveerde, telde Indonesië ongeveer 60.000.000 inwoners. Nu zijn dat er bijna 260.000.000. Dat maakt van Indonesië het op drie na dichtstbevolkte land ter wereld.

Ook het aantal Getuigen in Indonesië is enorm gestegen. In 1946, vlak na de verwoestende Tweede Wereldoorlog, waren er tien trouwe verkondigers. Nu zijn er in het land meer dan 26.000 verkondigers. Jehovah heeft het werk duidelijk gezegend! Op het Avondmaal in 2015 waren er 55.864 aanwezigen. Er is dus nog veel groei mogelijk.

Jezus zei: ‘Ja, de oogst is groot, maar er zijn weinig werkers. Smeekt daarom de Meester van de oogst dat hij werkers in zijn oogst uitzendt’ (Matth. 9:37, 38). Jehovah’s aanbidders in Indonesië zijn het daar absoluut mee eens. Ze zijn vastbesloten hun uiterste best te blijven doen om Jehovah’s naam in deze eilandstaat te verheerlijken (Jes. 24:15).