‘Velen zullen (...) elkaar haten. (...) De liefde van de meesten zal verkoelen’ (Matth. 24:10, 12). Jezus voorzei over de jaren voorafgaand aan de verwoesting van Jeruzalem in 70 n.Chr. dat mensen een gebrek aan liefde zouden hebben. In tegenstelling daarmee zouden Christus’ discipelen herkend worden aan hun liefde (Joh. 13:35). Wat moet het voor de Hebreeuwse christenen in Jeruzalem motiverend zijn geweest om  te lezen dat Paulus hun broederlijke liefde had opgemerkt en dat hij hen aanmoedigde om die liefde te blijven tonen!

Nog even en dan wordt Satans wereld vernietigd. Net als onze broeders en zusters in de eerste eeuw leven we tussen mensen die houden van geld, van plezier en van zichzelf; ze hebben weinig liefde voor God of voor de mensen om zich heen (2 Tim. 3:1-4). Maar Jehovah’s Getuigen over de hele wereld houden echt van elkaar. Laten we Jehovah, de personificatie van liefde, eren door onze ‘broederlijke liefde te laten blijven’.