Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

 PORTRETTEN UIT HET VERLEDEN

De morisco’s worden uit Spanje verdreven

De morisco’s worden uit Spanje verdreven

Naar verluidt heeft de kerk in dit trieste verhaal een belangrijke rol gespeeld en zat ze achter bijna elke stap die de Spanjaarden tegen de morisco’s ondernamen. Hier volgt het opmerkelijke verhaal.

DE Spaanse kroon wilde een christelijke staat met één verenigd wetsstelsel. De morisco’s * werden als ongelovigen bezien van wie de aanwezigheid alleen al een ernstige belediging van God was. Pas na jaren werd dit ’probleem’ opgelost: de morisco’s moesten verdreven worden.

GEDWONGEN BEKERING

Honderden jaren leefden de Spaanse Moren, een moslimminderheid die de mudéjares werd genoemd, in relatieve rust in de gebieden waar de katholieke kerk het voor het zeggen had. Een tijdlang hadden ze in bepaalde gebieden een wettelijke status waardoor ze konden vasthouden aan hun eigen wetten, gebruiken en religie.

Maar in 1492 werd Granada, het laatste deel van Iberië dat onder islamitisch bestuur stond, veroverd door de katholieke vorsten Ferdinand II en Isabella. Volgens de voorwaarden van overgave kreeg de plaatselijke Moorse bevolking rechten die overeenkwamen met die van de mudéjares. Maar al snel gingen katholieke leiders deze minderheid steeds erger vervolgen en onder druk zetten om zich te bekeren. De Moren protesteerden  tegen deze schending van hun rechten en kwamen in 1499 in opstand. Koninklijke troepen sloegen de opstand neer en moslims in het ene gebied na het andere werden gedwongen zich te bekeren of te vertrekken. Degenen die zich bekeerden en in Spanje bleven, werden door de bevolking morisco’s genoemd.

„GEEN GOEDE CHRISTENEN EN GEEN LOYALE ONDERDANEN”

Tegen het jaar 1526 was de islam in heel Spanje verboden, maar veel morisco’s hielden in het geheim aan hun religie vast. Als groep bleven ze grotendeels trouw aan hun culturele identiteit.

Eerst werd die houding nog oogluikend toegestaan omdat de morisco’s nodig waren als ambachtslieden, arbeiders en belastingbetalers. Maar veel mensen stoorden zich aan het feit dat de morisco’s weigerden zich aan te passen, en ze werden dan ook door de overheid en het volk gediscrimineerd. Het algemene vooroordeel werd nog versterkt door de toenemende achterdocht waarmee de kerk hun bekering bezag.

Tolerantie sloeg om in onderdrukking. In 1567 kondigde koning Filips II een besluit af dat de taal, kleding, gebruiken en tradities van de morisco’s verbood. Die maatregel leidde tot opstand en bloedvergieten.

Naar schatting werden zo’n 300.000 morisco’s onder intense vervolging gedwongen Spanje te verlaten

Volgens geschiedkundigen waren de Spaanse heersers ervan overtuigd dat „morisco’s geen goede christenen en geen loyale onderdanen waren”. Daarom werden ze ervan beschuldigd met de vijanden van Spanje — de Barbarijse zeerovers, de Franse protestanten en de Turken — samen te zweren om een buitenlandse inval voor te bereiden. Vooroordeel en angst dat de morisco’s zich uiteindelijk tegen hem zouden keren, leidden er uiteindelijk toe dat Filips II in 1609 besloot ze uit Spanje te verdrijven. * In de jaren daarna werden personen die ervan verdacht werden morisco’s te zijn, vervolgd. Door zulke laaghartige praktijken werd Spanje uiteindelijk volledig katholiek.

^ ¶4 Morisco’s of morisken betekent in het Spaans „kleine Moren”. Geschiedkundigen gebruiken de term voor mensen met een moslimachtergrond die zich tot het katholicisme bekeerden en die na 1492, toen het laatste moslim-emiraat op het Iberisch Schiereiland viel, daar bleven wonen.

^ ¶12 Geschiedkundigen vermoeden dat minstens één Spaanse koning grote financiële voordelen heeft gehad van geconfisqueerde landgoederen van de morisco’s.