Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Je kunt onze christelijke eenheid helpen versterken — Hoe?

Je kunt onze christelijke eenheid helpen versterken — Hoe?

‘Het gehele lichaam (...) is harmonisch samengevoegd en zo gemaakt dat het samenwerkt.’ — EF. 4:16.

LIEDEREN: 53, 107

1. Wat is vanaf het begin een kenmerk geweest van Gods werken?

JEHOVAH en Jezus zijn al vanaf het begin van de schepping verenigd. Jehovah schiep Jezus vóór al het andere. Daarna werkte Jezus met zijn Vader samen, ‘als een meesterwerker naast hem’ (Spr. 8:30). Samen maakten ze de verscheidenheid aan leven die we nu om ons heen zien. Samenwerking bleef een kenmerk van Gods werken. Denk bijvoorbeeld maar aan de bouw van de ark in de tijd van Noach; het opzetten, afbreken en dragen van de tabernakel door Gods volk tijdens hun reis in de wildernis; en ook de prachtige muziek en de harmonische samenzang waarmee Jehovah in zijn tempel werd geëerd. Het succes van die inspanningen was afhankelijk van een goede samenwerking (Gen. 6:14-16, 22; Num. 4:4-32; 1 Kron. 25:1-8).

2. (a) Wat was kenmerkend aan de vroege christelijke gemeente? (b) Welke vragen gaan we bespreken?

2 Samenwerking was ook een kenmerk van de vroege christelijke gemeente. Allemaal volgden ze Jezus als hun Leider. Paulus zei dat gezalfden een ‘verscheidenheid van gaven’ bezaten, een ‘verscheidenheid van bedieningen’ toegewezen kregen en dat er een ‘verscheidenheid van werkingen’ was; toch waren ze allemaal deel van ‘één lichaam’. (Lees 1 Korinthiërs 12:4-6, 12.) Hoe zit het in deze tijd? Hoe kunnen wij in eenheid samenwerken om het goede nieuws te prediken? En hoe kunnen we zowel in de gemeente als in ons gezin goed samenwerken?

EENHEID IN DE PREDIKING

3. Welk visioen kreeg de apostel Johannes?

3 Tegen het einde van de eerste eeuw n.Chr. zag de apostel Johannes in een visioen zeven engelen, die elk op een trompet bliezen. Toen de vijfde engel op zijn trompet blies, zag Johannes ‘een ster’ uit de hemel naar de aarde vallen. De ‘ster’ had een sleutel in zijn hand, waarmee hij de put van een afgrond opende. Dikke rook kwam uit de put, en uit de rook kwamen een heleboel sprinkhanen tevoorschijn. Die symbolische sprinkhanen vernielden niet de plantengroei, maar stortten zich op ‘de mensen die het zegel van God niet op hun voorhoofd hadden’ (Openb. 9:1-4). Johannes wist ongetwijfeld wat een ravage een zwerm sprinkhanen kon aanrichten; dat was in de tijd van Mozes ook in Egypte gebeurd (Ex. 10:12-15). De figuurlijke sprinkhanen die Johannes zag, zijn een goede illustratie van gezalfde christenen, die Jehovah’s krachtige oordeelsboodschappen bekendmaken. Ze worden daar nu bij geholpen door miljoenen anderen met een aardse hoop. Die eensgezinde prediking ondermijnt de autoriteit die Satan uitoefent via zijn wereldwijde rijk van valse religie.

4. Welk werk heeft Gods volk te doen, en wat is de enige manier om dit werk te kunnen uitvoeren?

4 Jehovah’s volk heeft de enorme taak om het ‘goede nieuws’ over de hele wereld te prediken voordat het einde komt (Matth. 24:14; 28:19, 20). Dit werk houdt onder andere in dat een ‘ieder die dorst heeft’, moet worden uitgenodigd om ‘het water des levens om niet’ te nemen (Openb. 22:17). Hoe kunnen we hierin slagen? Alleen door ‘harmonisch samengevoegd’ te zijn en met elkaar samen te werken (Ef. 4:16).

5, 6. Hoe verenigt de prediking ons?

5 Om het goede nieuws aan zo veel mogelijk mensen bekend te kunnen maken, moeten we onze prediking op een georganiseerde manier doen. Om dat te kunnen bereiken, krijgen we overal op aarde richtlijnen en leiding via de gemeenten. Na onze velddienstacties trekken we eropuit om de Koninkrijksboodschap aan de mensen bekend te maken — mondeling en via de miljoenen Bijbelse publicaties die we verspreiden. Van tijd tot tijd worden we gevraagd om mee te doen aan een speciale predikingscampagne. Geef jij dan gehoor aan zo’n oproep? Als je dat doet, doe je hetzelfde werk als miljoenen anderen over de hele wereld die allemaal de boodschap van de ‘engel in het midden van de hemel’ bekendmaken (Openb. 14:6).

6 Wat is het geweldig om in het Jaarboek de resultaten van onze wereldwijde prediking te lezen! Het verenigt ons ook als we uitnodigingen verspreiden voor regionale, speciale en internationale congressen. Op deze bijeenkomsten luisteren we allemaal naar hetzelfde onderwijs. De Bijbelse toespraken, drama’s en demonstraties moedigen ons aan om Jehovah met hart en ziel te dienen. Ook de herdenking van Jezus’ dood verenigt ons. Met waardering voor Gods onverdiende goedheid en in gehoorzaamheid aan Jezus’ gebod wonen we die gebeurtenis allemaal jaarlijks bij, op 14 Nisan na zonsondergang (1 Kor. 11:23-26). En niet alleen gedoopte Getuigen zijn welkom. In de weken vóór het Avondmaal proberen we zo veel mogelijk gebied te bewerken en anderen uit te nodigen om samen met ons die belangrijke herdenking bij te wonen.

7. Waartoe zijn we door onze samenwerking in staat?

7 Eén enkele sprinkhaan heeft niet zo veel impact. Zo kunnen ook onze individuele inspanningen onbelangrijk lijken. Maar door met elkaar samen te werken, zijn we in staat om de aandacht van miljoenen mensen te vestigen op Degene die alle lof en eer verdient! Toch is dit niet de enige manier om bij te dragen tot de eenheid van Gods volk.

EENHEID IN DE GEMEENTE

8, 9. (a) Welke illustratie gebruikte Paulus om christenen te leren dat eenheid belangrijk is? (b) Hoe kunnen we samenwerken in de gemeente?

8 Paulus legde aan de Efeziërs uit hoe de gemeente is georganiseerd en hij zei dat iedereen in de gemeente moet ‘opgroeien in alle dingen’. (Lees Efeziërs 4:15, 16.) Wat zal elk van ons helpen dat doel te bereiken? Paulus gebruikte het voorbeeld van het menselijk lichaam en benadrukte de eenheid van de gemeente, onder het hoofd ervan, Jezus Christus. Hij sprak over samenwerking ‘door middel van elk gewricht dat geeft wat nodig is’. Hoe kan elk van ons — jong of oud, sterk of zwak — bijdragen tot de eenheid en geestelijke gezindheid van de gemeente?

9 Het is belangrijk dat we onszelf onderwerpen aan en respect hebben voor degenen die Jezus heeft aangewezen om de leiding te nemen in de gemeente: de ouderlingen (Hebr. 13:7, 17). Misschien vinden we dat niet altijd makkelijk. Maar we kunnen Jehovah om hulp vragen. Zijn werkzame kracht kan ons helpen om gemeenteregelingen van harte te ondersteunen. Dus als we het misschien eens moeilijk vinden om een bepaalde richtlijn te volgen, is het goed om na te denken over hoe onze nederige samenwerking bijdraagt tot de eenheid in de gemeente. Bovendien zal door zo’n samenwerking onze liefde voor elkaar groeien.

10. Hoe dragen dienaren in de bediening bij tot de eenheid in de gemeente? (Zie beginplaatje.)

10 Dienaren in de bediening helpen de eenheid van de gemeente te versterken. Deze broeders doen onzelfzuchtig, ongeacht hun leeftijd, werk waar we allemaal voordeel van hebben. Ze ondersteunen de ouderlingen bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat de gemeente genoeg lectuur op voorraad heeft voor de velddienst. Ook helpen ze de zaal schoon te maken en te onderhouden, en ze verwelkomen de bezoekers van de vergaderingen. Als we met deze broeders samenwerken, zal dat ertoe bijdragen dat alles in de gemeente goed verloopt. (Vergelijk Handelingen 6:3-6.)

11. Hoe kunnen jongeren bijdragen tot de eenheid in hun gemeente?

11 Veel rijpe broeders hebben jarenlang gemeenteverantwoordelijkheden gedragen. Maar misschien kunnen ze vanwege gevorderde leeftijd niet meer zo veel doen als vroeger en zijn er aanpassingen nodig. Jongere broeders kunnen dan ondersteuning bieden. Hoewel ze nog ervaring moeten opdoen, kunnen ze door opleiding geholpen worden meer verantwoordelijkheid op zich te nemen. Wat is het waardevol als dienaren hun best doen om naar het ouderlingschap toe te groeien! (1 Tim. 3:1, 10) Sommige jonge ouderlingen zijn na verloop van tijd in aanmerking gekomen voor de kringdienst en dienen nu hun broeders en zusters in veel gemeenten. Zijn we niet dankbaar voor de bereidwillige steun die jonge mensen geven? (Lees Psalm 110:3; Prediker 12:1.)

EENHEID IN HET GEZIN

12, 13. Wat kunnen we doen om de eenheid in ons gezin te versterken?

12 Wat kunnen we doen om de eenheid in ons gezin te versterken? Velen hebben gemerkt dat een wekelijkse gezinsaanbidding hierbij helpt. Als ouders en kinderen samen de tijd nemen om over Jehovah te leren, versterkt dat de onderlinge band. Ze kunnen tijdens de gezinsaanbidding oefenen voor de velddienst, en dat zal het hele gezin helpen beter te prediken. En als ze elkaar over de waarheid horen praten en zien dat iedereen in het gezin van Jehovah houdt en hem wil gehoorzamen, wordt hun band nog sterker.

De gezinsaanbidding versterkt de band tussen jong en oud (Zie alinea 12, 15)

13 Wat kunnen echtparen doen om de eenheid in hun huwelijk te versterken, tot eer van Jehovah? Als man en vrouw allebei van Jehovah houden en hem samen dienen, zullen ze gelukkig zijn en zal er eenheid in het huwelijk zijn. Ook is het belangrijk dat ze elkaar laten zien dat ze van elkaar houden — net als Abraham en Sara, Isaäk en Rebekka, Elkana en Hanna (Gen. 26:8; 1 Sam. 1:5, 8; 1 Petr. 3:5, 6). Als huwelijkspartners dat doen, zal dat zowel hun band met elkaar als hun band met Jehovah sterker maken. (Lees Prediker 4:12.)

14. Wat kun je doen om je huwelijk sterk te houden als je huwelijkspartner Jehovah niet dient?

14 Christenen moeten het vermijden onder een ongelijk juk te komen met iemand die hun geloof niet deelt (2 Kor. 6:14). Maar hoe zit het met broeders en zusters in religieus verdeelde gezinnen? Sommigen kwamen in de waarheid toen ze al getrouwd waren en hebben een huwelijkspartner die geen Getuige is. Toch kan het tot de eenheid in het gezin bijdragen als de Getuige Bijbelse principes toepast. Dat houdt onder andere in dat hij of zij zo veel mogelijk rekening houdt met de ander, zonder daarbij concessies te doen als het gaat om Bijbelse principes. Dat kan moeilijk zijn, maar denk aan het mooie resultaat dat het kan hebben. Het toepassen van Bijbelse principes kan ook moeilijk worden als een huwelijkspartner van de gemeente afdrijft. Dit overkwam Mary. Zij en haar man, David, dienden Jehovah samen, maar zo’n 25 jaar geleden stopte David ermee de vergaderingen te bezoeken. Mary bleef getrouw naar de vergaderingen en congressen gaan en probeerde thuis Bijbelse principes toe te passen, waaronder het onderwijzen van hun zes kinderen. Toen de kinderen volwassen werden en uit huis gingen, voelde Mary zich erg alleen. Maar toen begon David de tijdschriften te lezen die zij voor hem liet liggen. Op een gegeven moment begon hij de vergaderingen weer te bezoeken. Zijn zesjarige kleinzoon hield steeds een plekje voor hem bezet. Als David niet kwam, zei zijn kleinzoon later tegen hem: ‘Opa, ik heb je gemist op de vergadering.’ Nu dient David Jehovah weer met plezier en Mary vindt het heerlijk dat ze dat samen doen.

15. Hoe kunnen oudere echtparen een hulp zijn voor jongere echtparen?

15 We weten dat Satan in deze tijd het gezin aanvalt. Daarom is het erg belangrijk dat Gods aanbidders de eenheid in hun huwelijk versterken. Denk er, hoelang je ook getrouwd bent, over na wat jij kunt zeggen of doen om je huwelijk te versterken. Als je al wat langer getrouwd bent, kun je een goed voorbeeld zijn voor jongere echtparen in de gemeente. Misschien kun je af en toe een jonger echtpaar uitnodigen om mee te doen met jullie gezinsaanbidding. Dan kunnen ze zien dat genegenheid en harmonie belangrijk zijn, ongeacht hoelang je getrouwd bent (Tit. 2:3-7).

‘LATEN WIJ OPGAAN NAAR DE BERG VAN JEHOVAH’

16, 17. Waar kijken Gods aanbidders naar uit?

16 Stel je eens de Israëlieten in Bijbelse tijden voor die naar de tempel in Jeruzalem zijn gekomen voor een feest. Ze zullen zich op de reis hebben voorbereid en tijdens de reis voor elkaar hebben gezorgd. Nu aanbidden ze Jehovah samen bij de tempel. Bij dit alles was samenwerking belangrijk (Luk. 2:41-44). Op onze reis naar de nieuwe wereld moeten ook wij harmonieus met elkaar samenwerken. Dit vergt geregelde, gewetensvolle inspanning. Wat kun jij doen om jezelf in dit opzicht te verbeteren?

17 Denk eens aan de zegeningen die ons te wachten staan! We hebben inmiddels de verdeeldheid en verwarring van deze wereld achter ons gelaten. En we zien in deze tijd de woorden van Jesaja en Micha in vervulling gaan — Gods volk gaat in eenheid op naar ‘de berg van Jehovah’ (Jes. 2:2-4; lees Micha 4:2-4). Onze vorm van aanbidding is nu, in ‘het laatst der dagen’, inderdaad verheven! En we zullen alleen nog maar gelukkiger worden als straks alle mensen op aarde in eenheid met elkaar samenwerken.