Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

„Ik kwam alleen maar mijn post ophalen”

„Ik kwam alleen maar mijn post ophalen”

„Ik kwam alleen maar mijn post ophalen”

„IK ZAL die maandagochtend in het postkantoor nooit vergeten”, vertelde Andre, een blanke Zuid-Afrikaan die in Namibië woonde. „Ik weet nog dat het heel druk was en dat ik een onbeheerde tas had zien staan. Ik vroeg om mijn post en ging weg. Na hooguit drie minuten klonk er een keiharde knal. Later hoorde ik dat er een paar meter van de plek waar ik gestaan had een bom ontploft was.

Ik kwam alleen maar mijn post ophalen. Het besef dat onschuldige mensen, van wie ik er een aantal goed kende, aan stukken waren gereten, was een grote schok. Nog steeds lopen de rillingen me over de rug als ik eraan terugdenk, terwijl het al meer dan 25 jaar geleden is. Af en toe komen de beelden die ik later van het bloedbad zag weer boven en realiseer ik me dat ik door het oog van de naald ben gekropen.”

Een wereldwijd probleem

Misschien zult u zelf nooit zo’n aanslag meemaken, maar u zult ongetwijfeld gezien hebben dat dit soort dingen op wereldwijde schaal vaak voorkomen. Steeds meer mensen proberen hun doelstellingen te bereiken door middel van terroristische aanslagen. (Zie het kader „Wat is terrorisme?” op de volgende bladzijde.)

Een onderzoeksjournalist berichtte dat er in 1997 in „slechts vier landen sprake was geweest van een reeks zelfmoordaanslagen”. Maar in 2008 hadden „meer dan dertig landen, verspreid over alle continenten met uitzondering van Australië en Antarctica, de verwoestende gevolgen van zelfmoordaanslagen ondervonden”. Hij kwam tot de conclusie dat zulke aanslagen „door steeds meer groeperingen worden gepleegd en dat er elk jaar meer slachtoffers vallen” (The Globalization of Martyrdom).

De leden van de groep die de aanslag in het postkantoor opeisten, zagen zichzelf als vrijheidsstrijders. Ze streefden naar onafhankelijkheid voor hun land. Maar wat zet mensen ertoe aan zulke dingen te doen om hun doelen te bereiken? Sta eens stil bij het verhaal van Hafeni.

Hafeni was in Zambia geboren en groeide op in vluchtelingenkampen in buurlanden. Hij vertelde: „Ik was woedend over de wrede, oneerlijke manier waarop mijn familie en anderen behandeld werden.” Daarom sloot hij zich aan bij de militante groep waar zijn ouders lid van waren.

Terugkijkend zei hij: „Het ergste vond ik de emotionele uitwerking die het leven als vluchteling had. Gezinnen werden uiteengerukt. De oudere kinderen werden ingezet in de strijd. Velen van hen kwamen nooit meer terug. Ik heb mijn vader nooit gekend en zelfs nooit een foto van hem gezien. Ik weet alleen dat hij tijdens een gevecht is omgekomen. Ik zit nog steeds met de emotionele littekens.”

Er is dus sprake van een ingewikkelde problematiek. Een beter begrip hiervan zal duidelijk maken wat er nodig is om een wereld zonder geweld tot stand te brengen.

[Kader/Illustratie op blz. 4]

WAT IS TERRORISME?

De onderzoeker Mark Juergensmeyer zegt: „Of iemand een bepaalde vorm van geweld terrorisme noemt, hangt ervan af of hij vindt dat het geweld gerechtvaardigd is. Het gebruik van de term wordt grotendeels bepaald door iemands wereldbeeld: Als hij de wereld ervaart als vredig, ziet hij het geweld als terrorisme. Als hij denkt dat de wereld in oorlog is, vindt hij het geweld misschien aanvaardbaar.”

De term terrorist heeft dus vaak een politieke lading. Veel groepen zien zichzelf als vrijheidsstrijders en niet als terroristen. Volgens terrorisme-expert Jessica Stern omvat terrorisme (1) terreurdaden gericht op burgers en (2) het gebruik van geweld om doelbewust angst te zaaien. Militante strijders — of het nu gaat om rebellen of vertegenwoordigers van de regering — gebruiken daarom vaak terroristische tactieken of methoden.