Doorgaan naar inhoud

BIJBELVERZEN UITGELEGD

Johannes 1:1 — ‘In het begin was het Woord’

Johannes 1:1 — ‘In het begin was het Woord’

 ‘In het begin was het Woord. Het Woord was bij God en het Woord was een god’ (Johannes 1:1, Nieuwewereldvertaling).

 ‘In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God’ (Johannes 1:1, De Nieuwe Bijbelvertaling).

Betekenis van Johannes 1:1

 Deze Bijbeltekst geeft inzicht in het leven van Jezus Christus voordat hij als mens naar de aarde kwam (Johannes 1:14-17). In vers 14 wordt ‘het Woord’ (of ‘de Logos’, Grieks: ho logos) gebruikt als titel. De titel ‘het Woord’ duidt blijkbaar op Jezus’ rol als communicatiemiddel voor het overbrengen van Gods geboden en instructies aan anderen. Jezus ging ermee door Gods woord bekend te maken toen hij op aarde was en nadat hij naar de hemel was teruggekeerd (Johannes 7:16; Openbaring 1:1).

 ‘Het begin’ duidt op het moment dat God met scheppen begon en het Woord schiep. Daarna gebruikte God het Woord bij het scheppen van alle andere dingen (Johannes 1:2, 3). In de Bijbel staat dat Jezus ‘de eerstgeborene van de hele schepping’ is en dat ‘via hem alle andere dingen (...) zijn geschapen’ (Kolossenzen 1:15, 16).

 De uitspraak ‘het Woord was een god’ duidt op de goddelijke aard die Jezus had voordat hij naar de aarde kwam. Het is een passende beschrijving vanwege zijn rol als Gods Woordvoerder en zijn unieke positie als de eerstgeboren Zoon van God via wie God alle andere dingen heeft geschapen.

Context van Johannes 1:1

 Het Bijbelboek Johannes is een verslag van Jezus’ leven en bediening op aarde. Het eerste deel van het eerste hoofdstuk geeft inzicht in Jezus’ bestaan voordat hij mens werd, in zijn unieke band met God en in zijn centrale rol in Gods bemoeienis met mensen (Johannes 1:1-18). Die achtergrond helpt ons te begrijpen wat Jezus zei en deed toen hij op aarde was (Johannes 3:16; 6:38; 12:49, 50; 14:28; 17:5).

Misvattingen over Johannes 1:1

 Misvatting: Het laatste deel van Johannes 1:1 moet worden vertaald met ‘het Woord was God’.

 Feit: Hoewel dit vers in veel Bijbels zo wordt vertaald, zijn er ook vertalingen die voor een andere weergave kiezen. In het Grieks komt in Johannes 1:1 twee keer het woord God (theos) voor. Maar grammaticaal is er een verschil. In het eerste geval wordt het woord theos voorafgegaan door het Griekse bepaald lidwoord, maar de tweede keer staat er geen lidwoord. Veel Bijbelgeleerden geven aan dat het ontbreken van het bepaald lidwoord vóór de tweede theos veelbetekenend is. In de aantekeningen van een Bijbelvertaling wordt over het ontbreken van het lidwoord gezegd: ‘In feite geeft dit aan het tweede gebruik van Theos (God) een bijvoeglijk karakter, zodat de zin betekent: “Het Woord was goddelijk”’ (The Translator’s New Testament, blz. 451). Ook andere Bijbelgeleerden a en vertalingen wijzen op dit onderscheid. (Zie ‘ Johannes 1:1 in andere vertalingen’.)

 Misvatting: Volgens dit vers is het Woord dezelfde als de almachtige God.

 Feit: De uitspraak ‘het Woord was bij God’ laat zien dat er in dit vers over twee afzonderlijke personen wordt gesproken. Het is niet mogelijk dat het Woord ‘bij God’ is en tegelijk de almachtige God zelf is. Ook de context bevestigt dat het Woord niet de almachtige God is. Johannes 1:18 zegt: ‘Geen enkel mens heeft ooit God gezien.’ Maar mensen hebben wel het Woord, Jezus, gezien, want in Johannes 1:14 staat: ‘Het Woord is vlees geworden en heeft bij ons gewoond. We hebben zijn glorie gezien.’

 Misvatting: Het Woord heeft altijd bestaan.

 Feit: In dit vers kan ‘het begin’ niet duiden op het begin van God, want God heeft geen begin gehad. Jehovah b God is ‘van eeuwigheid tot eeuwigheid’ (Psalm 90:1, 2). Maar het Woord, Jezus Christus, heeft wel een begin gehad. Hij is ‘het begin van de schepping door God’ (Openbaring 3:14).

 Misvatting: Wie het Woord ‘een god’ noemt, leert polytheïsme, verering van meerdere goden.

 Feit: Het Griekse woord voor God of god (theos) is het gebruikelijke equivalent van de Hebreeuwse woorden ʼel en ʼelohim, die in het zogeheten Oude Testament worden gebruikt. Deze Hebreeuwse woorden hebben naar verluidt de grondbetekenis ‘Machtige’, ‘Sterke’. Ze worden gebruikt voor de almachtige God, andere goden en zelfs mensen (Psalm 82:6; Johannes 10:34). Het Woord is door God gebruikt om alle andere dingen te scheppen. Daarom kan het Woord terecht een machtige worden genoemd (Johannes 1:3). Dat het Woord ‘een god’ wordt genoemd past bij de profetie in Jesaja 9:6, waarin wordt voorspeld dat de uitverkorene van God, de Messias of Christus, ‘Sterke God’ (Hebreeuws: ʼEl Gibbōr) zou worden genoemd en niet ‘almachtige God’ (ʼEl Sjaddai, zoals in Genesis 17:1; 35:11, Exodus 6:3, Ezechiël 10:5).

 Polytheïsme wordt in de Bijbel niet geleerd. Jezus Christus zei: ‘Jehovah, je God, moet je aanbidden en alleen voor hem moet je heilige dienst doen’ (Mattheüs 4:10). In de Bijbel staat: ‘Want ook al zijn er zogenaamde goden in de hemel of op aarde — en er zijn veel “goden” en veel “heren” — in werkelijkheid is er voor ons maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn ontstaan en voor wie wij bestaan. En er is één Heer, Jezus Christus, via wie alle dingen zijn ontstaan en via wie wij bestaan’ (1 Korinthiërs 8:5, 6).

 Johannes 1:1 in andere vertalingen

 ‘In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was een God’ (Het Nieuwe Testament, 1694, Reynier Rooleeuw).

 ‘In het begin was er het woord, het woord was God nabij; als God was het woord’ (Bijbelfragmenten, 1978, Pé Hawinkels).

 ‘Zuerst war das Wort da, Gott nahe und von Gottes Art’ (Das Neue Testament und frühchristliche Schriften, 2003, Klaus Berger en Christiane Nord).

 ‘The Logos existed in the very beginning, the Logos was with God, the Logos was divine’ (The Bible—Containing the Old and New Testaments, 1950, James Moffatt).

a Bijbelwetenschapper Matthijs de Jong zegt ‘dat hier in het Grieks het onderscheid speelt tussen ho theos (met lidwoord) in de zin van “de ene God” en theos (zonder lidwoord) als predicaat dat verwantschap met God aanduidt. Het is niet eenvoudig om zo’n subtiel onderscheid goed in het Nederlands te vertalen. Het meest in de buurt komt misschien nog het verschil tussen “God” (ho theos) en “als God” (theos)’. Hij geeft toe dat ‘een mogelijke BGT-weergave als “hij was net als God” door veel lezers niet gezien zal worden als een poging om het Grieks weer te geven, maar veeleer als een theologische ingreep van vertalers om de goddelijkheid van Jezus af te zwakken’ (Met Andere Woorden, jaargang 31 nr. 4, 2012, blz. 37; Met Andere Woorden, jaargang 37 nr. 2, 2018, blz. 58). Volgens de Bijbelwetenschapper Jason David BeDuhn zit er door het ontbreken van het bepaald lidwoord een groot verschil tussen de eerste en tweede keer dat het woord God voorkomt, ‘net zoals “een god” heel iets anders is dan “God”.’ Hij voegt eraan toe: ‘In Johannes 1:1 is het Woord niet de ene en enige God, maar een god of goddelijk wezen’ (Truth in Translation: Accuracy and Bias in English Translations of the New Testament, blz. 115, 122 en 123).

b Jehovah is Gods persoonlijke naam (Psalm 83:18).